Neem contact met ons op

Wij nodigen u uit om deel te nemen aan het verlenen van hulp en steun aan de bevolking van Tawergha. Neem contact met ons op als u tijd en/of middelen beschikbaar hebt of indien u financieel wilt bijdragen.


Libya Tawergha refugee camps 2011-now

Ongeveer 40.000 vluchtelingen uit Tawergha zitten in IDP (international displaced persons) kampen verspreid over Libië.


De gezinnen uit Tawergha dienen zo spoedig mogelijk te worden herenigd, zodat zij hun leven weer kunnen opbouwen.


In de tussentijd werken wij samen met  de VN-missie in Libië (UNSMIL & UNHCR) en de Libische humanitaire Hulp Organisatie (LibAid), en tal van andere organisaties, aan het uiten van onze zorgen inzake de veiligheid en bescherming tijdens het verblijf in de kampen, de continuïteit van de humanitaire hulp, het vinden van tijdelijke en duurzame oplossingen en het bevorderen van hun terugkeer.


Onze band met Tawergha

Wonen in het kamp van het HVA pluimvee en zuivel project in Tawergha verschilde in vele opzichten van ons leven in Nederland.


HVA Libya Tawergha Dairy and Poultry Project

Van 1982 tot 1991 maakten we deel uit van de ontwikkeling, bouw en beheer van twee grootschalige, volledig geïntegreerde, pluimvee en zuivel projecten te Tawergha en Ghot Sultan in Libië.


Er waren door de jaren heen gemiddeld 30 werknemers die hun families hadden mee gebracht en tussen de 80 en 120 ‘vrijgezellen’.


Het was een klein dorp, een wereld op zichzelf, met alle faciliteiten zoals een dorpshuis voor vergaderingen en feesten, een restaurant, een zwembad en tennisbanen, een kleine kampwinkel en een school. Het kamp was omgeven door een hoog hek en in latere jaren was er ook een bewaker aan de poort. We maakten er vaak grapjes over dat het hek alleen maar diende om de wilde honden buiten het dorp te houden, omdat we geen bescherming nodig hadden tegen de bevolking van Tawergha aangezien zij blij met onze aanwezigheid waren en erg vriendelijk.


We werden bij vele gelegenheden uitgenodigd in hun huizen en levens, we deelden maaltijden, werden meegenomen naar religieuze  evenementen, feesten, paardenraces en we bezochten hun bruiloften. Onze kinderen bleven bij hen thuis logeren.


Een keer per week deden we boodschappen en kochten we alles wat we nodig hadden in Misrata, de dichtstbijzijnde stad, bijna 50 kilometer ten noorden van Tawergha. In de eerste jaren ondergingen we af en toe een onplezierige behandeling op de markt daar. Dit was een gevolg van de vijandelijkheden tussen Misrata en Tawergha, zoals we later ontdekten.


Diep gewortelde discriminatie van de zwarte inwoners van de oase in Tawergha was de oorzaak van vele ruwe opmerkingen die gemaakt werden door de handelaren van Misrata.


Ze waren ervan overtuigd dat Gaddafi een grote vergissing had begaan door het ontwikkelen van zo een prachtig project in die Godverlaten plek met zwarte ‘honden’. Ze vertelden ons expliciet dat deze slaven slechte mensen waren, en slechte Moslims ook, die de rijkdom van goede banen en de ontwikkeling van hun streek niet verdienden.


In onze ogen waren de mannen van Misrata niet veel lichter getint dan de bevolking uit Tawergha en daarom waren we gewend om er maar een beetje om te lachen, niet wetend hoe deze racistische en jaloerse opmerkingen zouden resulteren in zo’n vreselijke slachtpartij.